Mijn groezelige stad

Op weg naar een expositie van een bevriend kunstenaar belandden we in de Jordaan.

Het was zondag en het regende niet. Natuurlijk waren er overal toeristen en lelijke winkels met tulpen en Delftsblauwe troep. Koffietentjes waar de koffie heerlijk maar wel vier euro is. Nog zonder havermelk. 

Smartlappen

Maar pal tegenover de Westerkerk was ook gewoon een Amsterdamse kroeg waar ze smartlappen aan het zingen waren. Allemaal gezellige bierbuiken en permanentjes begonnen net toen wij voorbijliepen aan André Hazes. Verderop was het huis van de man die viezige oude knuffelbeesten aan bomen en lantaarnpalen plakt. Ik ben daar nu best vaak langsgekomen, maar niemand haalt die beesten weg – of nouja, een klein beetje, maar niemand van de gemeente.
Het doet een beetje denken aan de brug bij mijn huis waar verschillende zwervers en junks wonen. Altijd ligt er wel een matras, of staat er een winkelkarretje met iemands hele hebben en houden erin. Het is een goede droge schuilbrug, lekker groezelig. De zwervers trekken zich niks aan van alle fietsers en voetgangers, het is ook een van de weinige plekken waar ik nog wel eens zo’n gedoetje zie met lepels en aanstekers eronder. 

Je moet een beetje zoeken. Maar in een binnenstad waar de ene na de andere woning gepimpt wordt voor expats met alle bijbehorende chic, kan je nog steeds overvallen worden door wat lokale authenticiteit en smerigheid. Gelukkig.